Translation meaning & definition of the word "stride" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "stride" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Stride
[Stride]/straɪd/
noun
1. A step in walking or running
- synonym:
- pace ,
- stride ,
- tread
1. Een stap in wandelen of hardlopen
- synoniem:
- tempo ,
- stride ,
- betreden
2. The distance covered by a step
- "He stepped off ten paces from the old tree and began to dig"
- synonym:
- footstep ,
- pace ,
- step ,
- stride
2. De afstand afgelegd door een stap
- "Hij stapte tien passen van de oude boom af en begon te graven"
- synoniem:
- voetstap ,
- tempo ,
- stap ,
- stride
3. Significant progress (especially in the phrase "make strides")
- "They made big strides in productivity"
- synonym:
- stride
3. Significante vooruitgang ( vooral in de zin "maak stappen" )
- "Ze maakten grote stappen in de productiviteit"
- synoniem:
- stride
verb
1. Walk with long steps
- "He strode confidently across the hall"
- synonym:
- stride
1. Loop met lange stappen
- "Hij liep vol vertrouwen door de gang"
- synoniem:
- stride
2. Cover or traverse by taking long steps
- "She strode several miles towards the woods"
- synonym:
- stride
2. Bedekken of doorkruisen door lange stappen te nemen
- "Ze liep enkele kilometers naar het bos"
- synoniem:
- stride