Translation meaning & definition of the word "straighten" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "straighten" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Straighten
[Rechtzetten]/stretən/
verb
1. Straighten up or out
- Make straight
- synonym:
- straighten ,
- unbend
1. Recht omhoog of om eruit
- Maak recht
- synoniem:
- rechtzetten ,
- onbuig
2. Make straight
- synonym:
- straighten ,
- straighten out
2. Maak recht
- synoniem:
- rechtzetten
3. Get up from a sitting or slouching position
- "The students straightened when the teacher entered"
- synonym:
- straighten
3. Opstaan vanuit een zittende of slungelige positie
- "De studenten gingen rechtop zitten toen de leraar binnenkwam"
- synoniem:
- rechtzetten
4. Put (things or places) in order
- "Tidy up your room!"
- synonym:
- tidy ,
- tidy up ,
- clean up ,
- neaten ,
- straighten ,
- straighten out ,
- square away
4. Zet ( dingen of plaatsen ) op volgorde
- "Haal je kamer op!"
- synoniem:
- netjes ,
- opruimen ,
- rechtzetten ,
- vierkant weg
5. Straighten by unrolling
- "Roll out the big map"
- synonym:
- roll out ,
- straighten
5. Rechtzetten door uitrollen
- "Rol de grote kaart uit"
- synoniem:
- uitrollen ,
- rechtzetten
6. Make straight or straighter
- "Straighten this post"
- "Straighten hair"
- synonym:
- straighten
6. Maak recht of rechter
- "Sterk dit bericht"
- "Haar rechtzetten"
- synoniem:
- rechtzetten