Translation meaning & definition of the word "stochastic" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "stochastisch" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Stochastic
[Stochastisch]/stoʊkæstɪk/
adjective
1. Being or having a random variable
- "A stochastic variable"
- "Stochastic processes"
- synonym:
- stochastic
1. Een willekeurige variabele zijn of hebben
- "Een stochastische variabele"
- "Stochastische processen"
- synoniem:
- stochastisch
Examples of using
A good knowledge of numerical analysis, stochastic calculus and programming in C++ is important for a job in banking my lecturer said.
Een goede kennis van numerieke analyse, stochastische calculus en programmeren in C + + is belangrijk voor een baan in het bankwezen, zei mijn docent.