Translation meaning & definition of the word "sting" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "steek" in de Nederlandse taal
Sting
[Steek]noun
1. A kind of pain
- Something as sudden and painful as being stung
- "The sting of death"
- "He felt the stinging of nettles"
- synonym:
- sting ,
- stinging
1. Een soort pijn
- Iets zo plotseling en pijnlijk als gestoken worden
- "De angel van de dood"
- "Hij voelde het prikken van brandnetels"
- synoniem:
- steek ,
- stekend
2. A mental pain or distress
- "A pang of conscience"
- synonym:
- pang ,
- sting
2. Een mentale pijn of angst
- "Een gewetenswroeging"
- synoniem:
- pijn ,
- steek
3. A painful wound caused by the thrust of an insect's stinger into skin
- synonym:
- sting ,
- bite ,
- insect bite
3. Een pijnlijke wond veroorzaakt door het stoten van de angel van een insect in de huid
- synoniem:
- steek ,
- bijten ,
- insectenbeet
4. A swindle in which you cheat at gambling or persuade a person to buy worthless property
- synonym:
- bunco ,
- bunco game ,
- bunko ,
- bunko game ,
- con ,
- confidence trick ,
- confidence game ,
- con game ,
- gyp ,
- hustle ,
- sting ,
- flimflam
4. Een zwendel waarin je vals speelt bij gokken of iemand overhaalt om waardeloos onroerend goed te kopen
- synoniem:
- bunco ,
- bunco spel ,
- bunko ,
- bunko spel ,
- con ,
- vertrouwen truc ,
- vertrouwen spel ,
- oplicht spel ,
- gyp ,
- drukte ,
- steek ,
- flimflam
verb
1. Cause a sharp or stinging pain or discomfort
- "The sun burned his face"
- synonym:
- bite ,
- sting ,
- burn
1. Een scherpe of stekende pijn of ongemak veroorzaken
- "De zon verbrandde zijn gezicht"
- synoniem:
- bijten ,
- steek ,
- branden
2. Deliver a sting to
- "A bee stung my arm yesterday"
- synonym:
- sting ,
- bite ,
- prick
2. Lever een angel aan
- "Een bij stak gisteren mijn arm"
- synoniem:
- steek ,
- bijten ,
- lul
3. Saddle with something disagreeable or disadvantageous
- "They stuck me with the dinner bill"
- "I was stung with a huge tax bill"
- synonym:
- stick ,
- sting
3. Zadel met iets onaangenaams of nadeligs
- "Ze hebben me vastgezet met de rekening voor het diner"
- "Ik werd gestoken met een enorme belastingaanslag"
- synoniem:
- stok ,
- steek
4. Cause a stinging pain
- "The needle pricked his skin"
- synonym:
- prick ,
- sting ,
- twinge
4. Veroorzaken stekende pijn
- "De naald prikte in zijn huid"
- synoniem:
- lul ,
- steek ,
- twinge
5. Cause an emotional pain, as if by stinging
- "His remark stung her"
- synonym:
- sting
5. Een emotionele pijn veroorzaken, alsof door prikken
- "Zijn opmerking stak haar"
- synoniem:
- steek