Translation meaning & definition of the word "stifle" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "stikken" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Stifle
[Geweer]/staɪfəl/
noun
1. Joint between the femur and tibia in a quadruped
- Corresponds to the human knee
- synonym:
- stifle ,
- knee
1. Gewricht tussen het dijbeen en het scheenbeen in een viervoetige
- Komt overeen met de menselijke knie
- synoniem:
- onderdrukken ,
- knie
verb
1. Conceal or hide
- "Smother a yawn"
- "Muffle one's anger"
- "Strangle a yawn"
- synonym:
- smother ,
- stifle ,
- strangle ,
- muffle ,
- repress
1. Verbergen of verbergen
- "Stom een geeuw"
- "De woede dempen"
- "Wurg een geeuw"
- synoniem:
- verstikken ,
- onderdrukken ,
- wurgen ,
- moffel
2. Smother or suppress
- "Stifle your curiosity"
- synonym:
- stifle ,
- dampen
2. Verstikken of onderdrukken
- "Verstik je nieuwsgierigheid"
- synoniem:
- onderdrukken ,
- dempen
3. Impair the respiration of or obstruct the air passage of
- "The foul air was slowly suffocating the children"
- synonym:
- suffocate ,
- stifle ,
- asphyxiate ,
- choke
3. De ademhaling belemmeren of de luchtdoorvoer belemmeren
- "De vuile lucht verstikte de kinderen langzaam"
- synoniem:
- stikken ,
- onderdrukken ,
- verstikken
4. Be asphyxiated
- Die from lack of oxygen
- "The child suffocated under the pillow"
- synonym:
- suffocate ,
- stifle ,
- asphyxiate
4. Verstikt
- Sterven door gebrek aan zuurstof
- "Het kind stikte onder het kussen"
- synoniem:
- stikken ,
- onderdrukken ,
- verstikken