Translation meaning & definition of the word "steel" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "staal" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Steel
[Staal]/stil/
noun
1. An alloy of iron with small amounts of carbon
- Widely used in construction
- Mechanical properties can be varied over a wide range
- synonym:
- steel
1. Een legering van ijzer met kleine hoeveelheden koolstof
- Veel gebruikt in de bouw
- Mechanische eigenschappen kunnen over een breed scala worden gevarieerd
- synoniem:
- staal
2. A cutting or thrusting weapon that has a long metal blade and a hilt with a hand guard
- synonym:
- sword ,
- blade ,
- brand ,
- steel
2. Een snij- of stuwwapen met een lang metalen mes en een handvat met een handbeschermer
- synoniem:
- zwaard ,
- mes ,
- merk ,
- staal
3. Knife sharpener consisting of a ridged steel rod
- synonym:
- steel
3. Messenslijper bestaande uit een geribbelde stalen staaf
- synoniem:
- staal
verb
1. Get ready for something difficult or unpleasant
- synonym:
- steel ,
- nerve
1. Maak je klaar voor iets moeilijks of onaangenaams
- synoniem:
- staal ,
- zenuw
2. Cover, plate, or edge with steel
- synonym:
- steel
2. Bekleding, plaat of rand met staal
- synoniem:
- staal
Examples of using
Aluminium and glass are important materials in civil construction, even though not as important as steel and wood, for instance.
Aluminium en glas zijn belangrijke materialen in civiele constructie, ook al zijn ze niet zo belangrijk als bijvoorbeeld staal en hout.
Tom must have nerves of steel.
Tom moet stalen zenuwen hebben.
I have a steel bladder.
Ik heb een stalen blaas.