Translation meaning & definition of the word "stagger" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "stamg" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Stagger
[Slager]/stægər/
noun
1. An unsteady uneven gait
- synonym:
- lurch ,
- stumble ,
- stagger
1. Een onstabiele, ongelijke gang
- synoniem:
- lurch ,
- struikelen ,
- wankelen
verb
1. Walk as if unable to control one's movements
- "The drunken man staggered into the room"
- synonym:
- stagger ,
- reel ,
- keel ,
- lurch ,
- swag ,
- careen
1. Lopen alsof je je bewegingen niet kunt beheersen
- "De dronken man strompelde de kamer binnen"
- synoniem:
- wankelen ,
- spoel ,
- kiel ,
- lurch ,
- swag ,
- careen
2. Walk with great difficulty
- "He staggered along in the heavy snow"
- synonym:
- stagger ,
- flounder
2. Loop met grote moeite
- "Hij strompelde mee in de zware sneeuw"
- synoniem:
- wankelen ,
- bot
3. To arrange in a systematic order
- "Stagger the chairs in the lecture hall"
- synonym:
- stagger ,
- distribute
3. In een systematische volgorde te regelen
- "Strommel de stoelen in de collegezaal"
- synoniem:
- wankelen ,
- distribueren
4. Astound or overwhelm, as with shock
- "She was staggered with bills after she tried to rebuild her house following the earthquake"
- synonym:
- stagger
4. Verbazingwekkend of overweldigend, zoals bij shock
- "Ze was gespreid met rekeningen nadat ze probeerde haar huis te herbouwen na de aardbeving"
- synoniem:
- wankelen