Translation meaning & definition of the word "squirrel" into Dutch language

noun

1. A kind of arboreal rodent having a long bushy tail

synonym:
• squirrel

1. Een soort boomknaagdier met een lange bossige staart

synoniem:
• eekhoorn

2. The fur of a squirrel

synonym:
• squirrel

2. De vacht van een eekhoorn

synoniem:
• eekhoorn

Examples of using

I saw an albino squirrel today.

Ik zag vandaag een albino-eekhoorn.

Maria didn’t suspect that "Tom", her pen-friend, with whom she had been corresponding for months over the Internet and whom she secretly loved, without ever having met him, was actually a super-intelligent squirrel.

Maria vermoedde niet dat "Tom", haar penvriend, met wie ze al maanden via internet correspondeerde en van wie ze in het geheim hield, zonder hem ooit te hebben ontmoet, was eigenlijk een superintelligente eekhoorn.

The dog is running after the squirrel.

De hond rent achter de eekhoorn aan.

A squirrel hid among the branches.

Tussen de takken verstopte zich een eekhoorn.

The squirrel was busy gathering nuts.

De eekhoorn was druk bezig noten te verzamelen.

The dog is running after the squirrel.

De hond rent achter de eekhoorn aan.