Translation meaning & definition of the word "splitting" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "splitsen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Splitting
[Splitsen]/splɪtɪŋ/
adjective
1. Resembling a sound of violent tearing as of something ripped apart or lightning splitting a tree
- "The tree split with a great ripping sound"
- "Heard a rending roar as the crowd surged forward"
- synonym:
- rending ,
- ripping ,
- splitting
1. Lijkt op een geluid van gewelddadig scheuren als van iets dat uit elkaar is gescheurd of bliksem dat een boom splitst
- "De boom splitste zich met een geweldig rippend geluid"
- "Hoorde een rendelend gebrul terwijl de menigte naar voren schoot"
- synoniem:
- rending ,
- scheuren ,
- splitsen
Examples of using
After splitting up with her, Simon walked away without looking back.
Nadat hij met haar uit elkaar was gegaan, liep Simon weg zonder achterom te kijken.
My head is splitting from the noise.
Mijn hoofd splitst zich van het geluid.