Translation meaning & definition of the word "spending" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "uitgaven" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Spending
[Uitgaven]/spɛndɪŋ/
noun
1. The act of spending or disbursing money
- synonym:
- spending ,
- disbursement ,
- disbursal ,
- outlay
1. Het uitgeven of uitbetalen van geld
- synoniem:
- uitgaven ,
- uitbetaling ,
- uitgave
2. Money paid out
- An amount spent
- synonym:
- outgo ,
- spending ,
- expenditure ,
- outlay
2. Geld uitbetaald
- Een uitgegeven bedrag
- synoniem:
- oego ,
- uitgaven ,
- uitgave
Examples of using
You should travel while you're young instead of spending time in front of the computer.
Je moet reizen terwijl je jong bent in plaats van tijd voor de computer door te brengen.
He's spending too much time on the computer.
Hij besteedt te veel tijd aan de computer.
She's spending too much time watching TV.
Ze besteedt te veel tijd aan tv kijken.