Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "speech" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "spraak" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Speech

[Toespraak]
/spiʧ/

noun

1. The act of delivering a formal spoken communication to an audience

  • "He listened to an address on minor roman poets"
    synonym:
  • address
  • ,
  • speech

1. Het leveren van een formele gesproken communicatie aan een publiek

  • "Hij luisterde naar een adres over kleine romeinse dichters"
    synoniem:
  • adres
  • ,
  • toespraak

2. (language) communication by word of mouth

  • "His speech was garbled"
  • "He uttered harsh language"
  • "He recorded the spoken language of the streets"
    synonym:
  • speech
  • ,
  • speech communication
  • ,
  • spoken communication
  • ,
  • spoken language
  • ,
  • language
  • ,
  • voice communication
  • ,
  • oral communication

2. ( taal ) communicatie via mond-tot-mondreclame

  • "Zijn toespraak was vervormd"
  • "Hij sprak harde taal"
  • "Hij nam de gesproken taal van de straten op"
    synoniem:
  • toespraak
  • ,
  • spraakcommunicatie
  • ,
  • gesproken communicatie
  • ,
  • gesproken taal
  • ,
  • taal
  • ,
  • mondelinge communicatie

3. Something spoken

  • "He could hear them uttering merry speeches"
    synonym:
  • speech

3. Iets gesproken

  • "Hij kon ze vrolijke toespraken horen uitspreken"
    synoniem:
  • toespraak

4. The exchange of spoken words

  • "They were perfectly comfortable together without speech"
    synonym:
  • speech

4. De uitwisseling van gesproken woorden

  • "Ze waren perfect comfortabel samen zonder spraak"
    synoniem:
  • toespraak

5. Your characteristic style or manner of expressing yourself orally

  • "His manner of speaking was quite abrupt"
  • "Her speech was barren of southernisms"
  • "I detected a slight accent in his speech"
    synonym:
  • manner of speaking
  • ,
  • speech
  • ,
  • delivery

5. Uw karakteristieke stijl of manier om uzelf mondeling uit te drukken

  • "Zijn manier van spreken was behoorlijk abrupt"
  • "Haar toespraak was onvruchtbaar van southernisms"
  • "Ik ontdekte een klein accent in zijn toespraak"
    synoniem:
  • manier van spreken
  • ,
  • toespraak
  • ,
  • levering

6. A lengthy rebuke

  • "A good lecture was my father's idea of discipline"
  • "The teacher gave him a talking to"
    synonym:
  • lecture
  • ,
  • speech
  • ,
  • talking to

6. Een langdurige berisping

  • "Een goede lezing was het idee van discipline van mijn vader"
  • "De leraar sprak hem"
    synoniem:
  • lezing
  • ,
  • toespraak
  • ,
  • praten met

7. Words making up the dialogue of a play

  • "The actor forgot his speech"
    synonym:
  • actor's line
  • ,
  • speech
  • ,
  • words

7. Woorden die de dialoog van een toneelstuk vormen

  • "De acteur vergat zijn toespraak"
    synoniem:
  • lijn van de acteur
  • ,
  • toespraak
  • ,
  • woorden

8. The mental faculty or power of vocal communication

  • "Language sets homo sapiens apart from all other animals"
    synonym:
  • language
  • ,
  • speech

8. De mentale faculteit of kracht van vocale communicatie

  • "Taal onderscheidt homo sapiens van alle andere dieren"
    synoniem:
  • taal
  • ,
  • toespraak

Examples of using

Here's a rough draft of my speech.
Hier is een ruwe schets van mijn toespraak.
I question the sincerity of Tom's speech.
Ik twijfel aan de oprechtheid van Tom's toespraak.
Silence reigned during the speech.
Tijdens de toespraak heerste stilte.