Translation meaning & definition of the word "sparing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "sparen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Sparing
[Sparen]/spɛrɪŋ/
adjective
1. Avoiding waste
- "An economical meal"
- "An economical shopper"
- "A frugal farmer"
- "A frugal lunch"
- "A sparing father and a spending son"
- "Sparing in their use of heat and light"
- "Stinting in bestowing gifts"
- "Thrifty because they remember the great depression"
- "`scotch' is used only informally"
- synonym:
- economical ,
- frugal ,
- scotch ,
- sparing ,
- stinting
1. Afval vermijden
- "Een economische maaltijd"
- "Een economische shopper"
- "Een zuinige boer"
- "Een zuinige lunch"
- "Een spaarzame vader en een bestedende zoon"
- "Sparen in het gebruik van warmte en licht"
- "Stint in het schenken van geschenken"
- "Driftig omdat ze zich de grote depressie herinneren"
- "` whisky 'wordt alleen informeel gebruikt"
- synoniem:
- economisch ,
- zuinig ,
- whisky ,
- sparen ,
- stint
Examples of using
Would you mind sparing me thirty minutes of the day?
Zou je me dertig minuten van de dag willen besparen?