Examples of using
Can you ski?
Kun je skiën?
At five years old he already knew how to ski.
Op vijfjarige leeftijd wist hij al hoe hij moest skiën.
I had a good day in Austria learning to ski.
Ik had een goede dag in Oostenrijk om te leren skiën.
I know how to ski.
Ik weet hoe ik moet skiën.
I want to buy some ski boots.
Ik wil wat skischoenen kopen.
I want to buy ski boots.
Ik wil skischoenen kopen.
I don't ski, but I really like to skate.
Ik ski niet, maar ik hou echt van skaten.
Tom competes in ski races.
Tom doet mee aan skiraces.
Last winter, I went to Canada to ski.
Afgelopen winter ging ik naar Canada om te skiën.
At five I was already able to ski.
Om vijf uur kon ik al skiën.
Nordic combined is one of the winter sport events, a competition where you compete on the combination of two Nordic style ski events - cross country skiing and ski jumping.
Nordic gecombineerd is een van de wintersportevenementen, een wedstrijd waar je meedoet aan de combinatie van twee ski-evenementen in Scandinavische stijl - langlaufen en schansspringen.
My sister asked me to teach her how to ski.
Mijn zus heeft me gevraagd haar te leren skiën.
We went to the mountains to ski.
We gingen naar de bergen om te skiën.
She does not know how to ski.
Ze weet niet hoe ze moet skiën.
He can ski as skillfully as his father.
Hij kan net zo vakkundig skiën als zijn vader.
I want to learn how to ski.
Ik wil leren skiën.
We went to the mountain to ski.
We gingen naar de berg om te skiën.
Tom can ski as well as his brother.
Tom kan net zo goed skiën als zijn broer.
