Translation meaning & definition of the word "sixteen" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zestien" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Sixteen
[Zestien]/sɪkstin/
noun
1. The cardinal number that is the sum of fifteen and one
- synonym:
- sixteen ,
- 16 ,
- XVI
1. Het hoofdnummer dat de som is van vijftien en één
- synoniem:
- zestien ,
- 16 ,
- XVI
adjective
1. Being one more than fifteen
- synonym:
- sixteen ,
- 16 ,
- xvi
1. Zijnde een meer dan vijftien
- synoniem:
- zestien ,
- 16 ,
- xvi
Examples of using
My older sister Angelina is sixteen years old.
Mijn oudere zus Angelina is zestien.
Ten, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty.
Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.
"How old are you?" "I'm sixteen."
"Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."