Translation of "sit" into Dutch

Sit

IPA : /sɪt/

synonyms:

• model,
• ride,
• posture,
• pose,
• seat

I don't like to sit too close to the screen.

Ik zit niet graag te dicht bij het scherm.

If you're cold, come here and sit down by the fire.

Als je het koud hebt, kom dan hier en ga bij het vuur zitten.

Tom waited for everyone to sit down.

Tom wachtte tot iedereen ging zitten.

I was asked to sit on the platform with the speakers.

Ik werd gevraagd om met de speakers op het perron te zitten.

So let me sit next to you, it's pleasant to have a rest together.

Dus laat me naast je zitten, het is prettig om samen uit te rusten.

For how many hours can you sit in front of the computer?

Hoeveel uur kun je voor de computer zitten?

I want to sit in the middle.

Ik wil in het midden zitten.

I'll sit with Tom.

Ik ga bij Tom zitten.

I want to sit down.

Ik wil gaan zitten.

I want you to sit here.

Ik wil dat je hier zit.

Shut up and sit down.

Hou je mond en ga zitten.

I think you should sit down.

Ik denk dat je moet gaan zitten.

I need to sit down.

Ik moet gaan zitten.

I need a place to sit.

Ik heb een plek nodig om te zitten.

Why don't we sit down?

Waarom gaan we niet zitten?

Now sit down.

Ga nu zitten.

Could we sit?

Zouden we kunnen zitten?

Go sit down.

Ga zitten.

Why don't you sit right there on the couch?

Waarom ga je niet daar op de bank zitten?

Do you mind if i sit here?

Vind je het erg als ik hier zit?