Translation meaning & definition of the word "sip" into Dutch language

noun

1. A small drink

synonym:
• sip

1. Een klein drankje

synoniem:
• nippen

verb

1. Drink in sips

• "She was sipping her tea"

synonym:
• sip

1. Drink in slokjes

• "Ze dronk van haar thee"

synoniem:
• nippen

Examples of using

Tom took a sip of lemonade.

Tom nam een slokje limonade.

Tom took a sip of his milk.

Tom nam een slokje melk.

Tom took a sip of his drink and put the glass back on the table.

Tom nam een slokje van zijn drankje en legde het glas weer op tafel.

Tom took a sip of brandy.

Tom nam een slokje cognac.

The first sip taken from the cup of science turns you into an atheist, but God is waiting for you at the bottom of the cup.

De eerste slok uit de beker van de wetenschap verandert je in een atheïst, maar God wacht op je onderaan de beker.