Translation meaning & definition of the word "singular" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "enkelvoud" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Singular
[Enkelvoud]/sɪŋgjələr/
noun
1. The form of a word that is used to denote a singleton
- synonym:
- singular ,
- singular form
1. De vorm van een woord dat wordt gebruikt om een singleton aan te duiden
- synoniem:
- enkelvoud ,
- enkelvoudige vorm
adjective
1. Unusual or striking
- "A remarkable sight"
- "Such poise is singular in one so young"
- synonym:
- remarkable ,
- singular
1. Ongebruikelijk of opvallend
- "Een opmerkelijk gezicht"
- "Zo'n evenwicht is uniek in iemand die zo jong is"
- synoniem:
- opmerkelijk ,
- enkelvoud
2. Beyond or deviating from the usual or expected
- "A curious hybrid accent"
- "Her speech has a funny twang"
- "They have some funny ideas about war"
- "Had an odd name"
- "The peculiar aromatic odor of cloves"
- "Something definitely queer about this town"
- "What a rum fellow"
- "Singular behavior"
- synonym:
- curious ,
- funny ,
- odd ,
- peculiar ,
- queer ,
- rum ,
- rummy ,
- singular
2. Verder dan of afwijkend van het gebruikelijke of verwachte
- "Een merkwaardig hybride accent"
- "Haar toespraak heeft een grappige twang"
- "Ze hebben grappige ideeën over oorlog"
- "Had een vreemde naam"
- "De bijzondere aromatische geur van kruidnagel"
- "Iets vreemds aan deze stad"
- "Wat een rum-kerel"
- "Enkelvoudig gedrag"
- synoniem:
- nieuwsgierig ,
- grappig ,
- vreemd ,
- bijzonder ,
- queer ,
- rum ,
- rummy ,
- enkelvoud
3. Being a single and separate person or thing
- "Can the singular person be understood apart from his culture?"
- "Every fact in the world might be singular...unlike any other fact and sole of its kind"-william james
- synonym:
- singular
3. Een enkele en afzonderlijke persoon of ding zijn
- "Kan de bijzondere persoon los van zijn cultuur worden begrepen?"
- "Elk feit in de wereld kan bijzonder zijn ... in tegenstelling tot enig ander feit en de enige in zijn soort" - william james
- synoniem:
- enkelvoud
4. Composed of one member, set, or kind
- synonym:
- singular
4. Samengesteld uit één lid, set of soort
- synoniem:
- enkelvoud
5. Grammatical number category referring to a single item or unit
- synonym:
- singular
5. Grammaticale nummercategorie die verwijst naar één item of eenheid
- synoniem:
- enkelvoud
6. The single one of its kind
- "A singular example"
- "The unique existing example of donne's handwriting"
- "A unique copy of an ancient manuscript"
- "Certain types of problems have unique solutions"
- synonym:
- singular ,
- unique
6. De enige in zijn soort
- "Een bijzonder voorbeeld"
- "Het unieke bestaande voorbeeld van donne's handschrift"
- "Een unieke kopie van een oud manuscript"
- "Bepaalde soorten problemen hebben unieke oplossingen"
- synoniem:
- enkelvoud ,
- uniek
Examples of using
She is a woman of singular beauty.
Ze is een vrouw van bijzondere schoonheid.