Translation meaning & definition of the word "simplicity" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "eenvoud" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Simplicity
[Eenvoud]/sɪmplɪsəti/
noun
1. The quality of being simple or uncompounded
- "The simplicity of a crystal"
- synonym:
- simplicity ,
- simpleness
1. De kwaliteit van eenvoudig of ongecompliceerd zijn
- "De eenvoud van een kristal"
- synoniem:
- eenvoud
2. A lack of penetration or subtlety
- "They took advantage of her simplicity"
- synonym:
- simplicity ,
- simpleness ,
- simple mindedness
2. Een gebrek aan penetratie of subtiliteit
- "Ze hebben geprofiteerd van haar eenvoud"
- synoniem:
- eenvoud ,
- eenvoudig van geest
3. Absence of affectation or pretense
- synonym:
- simplicity ,
- simmpleness
3. Afwezigheid van aantasting of pretentie
- synoniem:
- eenvoud
4. Freedom from difficulty or hardship or effort
- "He rose through the ranks with apparent ease"
- "They put it into containers for ease of transportation"
- "The very easiness of the deed held her back"
- synonym:
- ease ,
- easiness ,
- simplicity ,
- simpleness
4. Vrijheid van moeilijkheden of ontberingen of moeite
- "Hij steeg met schijnbaar gemak door de gelederen"
- "Ze stoppen het in containers voor transportgemak"
- "De gemak van de daad hield haar tegen"
- synoniem:
- gemak ,
- eenvoud
5. Lack of ornamentation
- "The room was simply decorated with great restraint"
- synonym:
- chasteness ,
- restraint ,
- simplicity ,
- simpleness
5. Gebrek aan versiering
- "De kamer was eenvoudig met grote terughoudendheid ingericht"
- synoniem:
- kuisheid ,
- terughoudendheid ,
- eenvoud