Translation meaning & definition of the word "shorn" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "geschoren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Shorn
[Geschoren]/ʃɔrn/
adjective
1. Having the hair or wool cut or clipped off as if with shears or clippers
- "Picked up the baby's shorn curls from the floor"
- "Naked as a sheared sheep"
- synonym:
- sheared ,
- shorn
1. Het haar of de wol laten knippen of knippen alsof het een schaar of tondeuse is
- "Pakte de geschoren krullen van de baby van de vloer"
- "Naakt als een geschoren schaap"
- synoniem:
- geschoren