Translation meaning & definition of the word "shooting" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "schieten" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Shooting
[Schieten]/ʃutɪŋ/
noun
1. The act of firing a projectile
- "His shooting was slow but accurate"
- synonym:
- shooting ,
- shot
1. Het afvuren van een projectiel
- "Zijn schietpartij was traag maar nauwkeurig"
- synoniem:
- schieten ,
- schot
2. Killing someone by gunfire
- "When the shooting stopped there were three dead bodies"
- synonym:
- shooting
2. Iemand vermoorden door geweerschoten
- "Toen de schietpartij stopte, waren er drie lijken"
- synoniem:
- schieten
Examples of using
Seventeen people were killed in the mass shooting rampage.
Zeventien mensen kwamen om bij de massale schietpartij.
A great loss of human life was reported due to trigger-happy shooting.
Er werd een groot verlies aan mensenlevens gemeld als gevolg van schietpartijen met triggers.
Someone's shooting.
Iemand schiet.