Where's my other shoe?
Waar is mijn andere schoen?
There's a rock in my shoe.
Er zit een steen in mijn schoen.
Tie your shoe.
Bind je schoen vast.
There's gum stuck to the back of my shoe.
Er zit kauwgom aan de achterkant van mijn schoen.
She manages a shoe store.
Ze beheert een schoenenwinkel.
This shoe fits me well.
Deze schoen past goed bij mij.
What's your shoe size?
Wat is je schoenmaat?
Gum got stuck to the bottom of my shoe.
Tandvlees bleef aan de onderkant van mijn schoen plakken.
Where's my other shoe?
Waar is mijn andere schoen?
Tie your shoe.
Bind je schoen vast.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.