Translation meaning & definition of the word "shake" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "schudden" in de Nederlandse taal
Shake
[Schud]noun
1. Building material used as siding or roofing
- synonym:
- shingle ,
- shake
1. Bouwmateriaal gebruikt als gevelbekleding of dakbedekking
- synoniem:
- grind ,
- schudden
2. Frothy drink of milk and flavoring and sometimes fruit or ice cream
- synonym:
- milkshake ,
- milk shake ,
- shake
2. Schuimige drank van melk en smaakstoffen en soms fruit of ijs
- synoniem:
- milkshake ,
- schudden
3. A note that alternates rapidly with another note a semitone above it
- synonym:
- trill ,
- shake
3. Een noot die snel afwisselt met een andere noot een halve toon erboven
- synoniem:
- trilling ,
- schudden
4. Grasping and shaking a person's hand (as to acknowledge an introduction or to agree on a contract)
- synonym:
- handshake ,
- shake ,
- handshaking ,
- handclasp
4. Iemands hand grijpen en schudden ( om een inleiding te erkennen of om een contract ) overeen te komen
- synoniem:
- handdruk ,
- schudden ,
- handschudden ,
- handgeklemd
5. A reflex motion caused by cold or fear or excitement
- synonym:
- tremble ,
- shiver ,
- shake
5. Een reflexbeweging veroorzaakt door kou of angst of opwinding
- synoniem:
- trillen ,
- rilling ,
- schudden
6. Causing to move repeatedly from side to side
- synonym:
- wag ,
- waggle ,
- shake
6. Waardoor het herhaaldelijk van links naar rechts beweegt
- synoniem:
- waggelen ,
- waggle ,
- schudden
verb
1. Move or cause to move back and forth
- "The chemist shook the flask vigorously"
- "My hands were shaking"
- synonym:
- shake ,
- agitate
1. Bewegen of ervoor zorgen dat heen en weer bewegen
- "De apotheek schudde de kolf krachtig"
- "Mijn handen trilden"
- synoniem:
- schudden ,
- agiteren
2. Move with or as if with a tremor
- "His hands shook"
- synonym:
- shake ,
- didder
2. Beweeg met of alsof met een tremor
- "Zijn handen trilden"
- synoniem:
- schudden ,
- didder
3. Shake or vibrate rapidly and intensively
- "The old engine was juddering"
- synonym:
- judder ,
- shake
3. Schud of tril snel en intensief
- "De oude motor was aan het oordeel"
- synoniem:
- rechter ,
- schudden
4. Move back and forth or sideways
- "The ship was rocking"
- "The tall building swayed"
- "She rocked back and forth on her feet"
- synonym:
- rock ,
- sway ,
- shake
4. Heen en weer bewegen of zijwaarts
- "Het schip was aan het rocken"
- "Het hoge gebouw zwaaide"
- "Ze wiegde heen en weer op haar voeten"
- synoniem:
- rots ,
- zwaaien ,
- schudden
5. Undermine or cause to waver
- "My faith has been shaken"
- "The bad news shook her hopes"
- synonym:
- shake
5. Ondermijnen of wankelen
- "Mijn geloof is geschokt"
- "Het slechte nieuws schudde haar hoop"
- synoniem:
- schudden
6. Stir the feelings, emotions, or peace of
- "These stories shook the community"
- "The civil war shook the country"
- synonym:
- stimulate ,
- shake ,
- shake up ,
- excite ,
- stir
6. Roer de gevoelens, emoties of rust van
- "Deze verhalen schudden de gemeenschap"
- "De burgeroorlog schudde het land"
- synoniem:
- stimuleren ,
- schudden ,
- opschudden ,
- opwinden ,
- roeren
7. Get rid of
- "I couldn't shake the car that was following me"
- synonym:
- shake ,
- shake off ,
- throw off ,
- escape from
7. Wegwezen
- "Ik kon de auto die me volgde niet schudden"
- synoniem:
- schudden ,
- afschudden ,
- weggooien ,
- ontsnappen
8. Bring to a specified condition by or as if by shaking
- "He was shaken from his dreams"
- "Shake the salt out of the salt shaker"
- synonym:
- shake
8. Breng naar een gespecificeerde toestand door of alsof door te schudden
- "Hij werd uit zijn dromen geschud"
- "Schud het zout uit de zoutvaatje"
- synoniem:
- schudden
9. Shake (a body part) to communicate a greeting, feeling, or cognitive state
- "Shake one's head"
- "She shook her finger at the naughty students"
- "The old enemies shook hands"
- "Don't shake your fist at me!"
- synonym:
- shake
9. Schud ( een lichaamsdeel ) om een begroeting, gevoel of cognitieve toestand te communiceren
- "Schud je hoofd"
- "Ze schudde haar vinger naar de ondeugende studenten"
- "De oude vijanden schudden elkaar de hand"
- "Schud je vuist niet tegen me!"
- synoniem:
- schudden