Mary is sewing baby clothes.
Mary naait babykleding.
My mother gave me a sewing machine.
Mijn moeder gaf me een naaimachine.
Mom was busy with her sewing.
Mama was bezig met haar naaien.
You are very good at sewing.
Je bent heel goed in naaien.
My mother is occupied with the sewing.
Mijn moeder is bezig met het naaien.
She is sewing a dress.
Ze naait een jurk.
He sat reading, with his wife sewing by the fire.
Hij zat te lezen, terwijl zijn vrouw bij het vuur naaide.
I bought a new sewing machine.
Ik heb een nieuwe naaimachine gekocht.
I bought a new sewing machine.
Ik heb een nieuwe naaimachine gekocht.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.