Translation meaning & definition of the word "seventeen" into Dutch language

noun

1. The cardinal number that is the sum of sixteen and one

synonym:
• seventeen
,
• 17
,
• XVII

1. Het hoofdnummer dat de som is van zestien en één

synoniem:
• zeventien
,
• 17
,
• XVII

adjective

1. Being one more than sixteen

synonym:
• seventeen
,
• 17
,
• xvii

1. Zijnde een meer dan zestien

synoniem:
• zeventien
,
• 17
,
• xvii

Examples of using

She's seventeen.

Ze is zeventien.

My watch has seventeen jewels.

Mijn horloge heeft zeventien juwelen.

Tomorrow is my birthday; I will be seventeen.

Morgen ben ik jarig; Ik word zeventien.

She's seventeen years old.

Ze is zeventien jaar oud.

She's seventeen.

Ze is zeventien.

My friend is seventeen.

Mijn vriend is zeventien.

My friend is seventeen years old.

Mijn vriend is zeventien jaar oud.

He'll be seventeen in February.

Hij wordt zeventien in februari.

Ten, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty.

Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.

I'll be seventeen next year.

Volgend jaar word ik zeventien.

I haven't fallen in love like this since I was seventeen.

Ik ben niet meer zo verliefd geworden sinds ik zeventien was.

She'll be seventeen in February.

In februari wordt ze zeventien.

I am seventeen years old, too.

Ik ben ook zeventien jaar oud.

She is aged seventeen.

Ze is zeventien jaar oud.

A boy of seventeen is often as tall as his father.

Een jongen van zeventien is vaak zo groot als zijn vader.

Helen is seventeen years old.

Helen is zeventien jaar oud.

My friend is seventeen years old.

Mijn vriend is zeventien jaar oud.