Translation meaning & definition of the word "seeing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zien" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Seeing
[Zien]/siɪŋ/
noun
1. Perception by means of the eyes
- synonym:
- visual perception ,
- beholding ,
- seeing
1. Waarneming door middel van de ogen
- synoniem:
- visuele perceptie ,
- aanschouwen ,
- seeing
2. Normal use of the faculty of vision
- synonym:
- eyesight ,
- seeing ,
- sightedness
2. Normaal gebruik van het gezichtsvermogen
- synoniem:
- eyesight ,
- seeing ,
- ziendheid
adjective
1. Having vision, not blind
- synonym:
- seeing
1. Zicht hebben, niet blind
- synoniem:
- seeing
Examples of using
Tom has been seeing a therapist for a month and a half.
Tom gaat al anderhalve maand naar een therapeut.
I got a lot of pleasure out of seeing Tom.
Ik heb veel plezier beleefd aan het zien van Tom.
John became paralyzed upon seeing that scene.
John raakte verlamd toen hij die scène zag.