Translation meaning & definition of the word "seeded" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gezaaid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Seeded
[Zaad]/sidɪd/
adjective
1. (of the more skilled contestants) selectively arranged in the draw for position in a tournament so that they meet each other in later rounds
- synonym:
- seeded
1. ( van de meer bekwame deelnemers ) selectief gerangschikt in de trekking voor positie in een toernooi zodat ze elkaar in latere rondes ontmoeten
- synoniem:
- gezaaid
2. Having the seeds extracted
- "Seeded raisins"
- synonym:
- seeded
2. Met de zaden geëxtraheerd
- "Gezaaide rozijnen"
- synoniem:
- gezaaid
3. Having seeds as specified
- "Many-seeded"
- "Black-seeded"
- synonym:
- seeded
3. Met zaden zoals gespecificeerd
- "Veel zaad"
- "Zwart"
- synoniem:
- gezaaid
4. Having or supplied with seeds
- "A seeded breadfruit"
- "Seeded rolls"
- synonym:
- seeded
4. Met of geleverd met zaden
- "Een gezaaide broodvrucht"
- "Zaadrollen"
- synoniem:
- gezaaid
5. Sprinkled with seed
- "A seeded lawn"
- synonym:
- seeded ,
- sown
5. Bestrooid met zaad
- "Een gezaaid gazon"
- synoniem:
- gezaaid