Examples of using
Tom has always been more interested in science than art.
Tom is altijd meer geïnteresseerd geweest in wetenschap dan in kunst.
Tom has no interest in science.
Tom heeft geen interesse in wetenschap.
We're studying physical science.
We studeren natuurkunde.
Tom is doing graduate work in science.
Tom doet afstudeerwerk in de wetenschap.
I was a science teacher.
Ik was wetenschapsleraar.
The first sip taken from the cup of science turns you into an atheist, but God is waiting for you at the bottom of the cup.
De eerste slok uit de beker van de wetenschap verandert je in een atheïst, maar God wacht op je onderaan de beker.
Chemistry is a marvelous science.
Chemie is een geweldige wetenschap.
His father dedicated his life to science.
Zijn vader wijdde zijn leven aan de wetenschap.
Contrary to Newton's public image, most of his work was not devoted to science but rather to theology, mysticism and alchemy.
In tegenstelling tot het publieke imago van Newton, was het grootste deel van zijn werk niet gewijd aan wetenschap, maar eerder aan theologie, mystiek en alchemie.
Her father dedicated his life to science.
Haar vader wijdde zijn leven aan de wetenschap.
Modern civilization is founded on science and education.
Moderne beschaving is gebaseerd op wetenschap en onderwijs.
He who thinks of science is in love with it, and such a person never stops learning, even if he appears to do little on the outside.
Wie aan wetenschap denkt, is er verliefd op en zo iemand houdt nooit op met leren, ook al lijkt hij van buiten weinig te doen.
Astronomy is perhaps the science whose discoveries owe least to chance, in which human understanding appears in its whole magnitude, and through which man can best learn how small he is.
Astronomie is misschien de wetenschap waarvan de ontdekkingen het minst te danken zijn aan het toeval, waarin menselijk begrip in zijn hele omvang verschijnt en waardoor de mens het beste kan leren hoe klein hij is.
Where the frontier of science once was is now the centre.
Waar ooit de grens van de wetenschap was, is nu het centrum.
Young children are often fascinated by science.
Jonge kinderen zijn vaak gefascineerd door de wetenschap.
Physics is a branch of science.
Natuurkunde is een tak van wetenschap.
Patience is the mother of science.
Geduld is de moeder van de wetenschap.