Translation meaning & definition of the word "sail" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zeil" in de Nederlandse taal
Sail
[Zeil]noun
1. A large piece of fabric (usually canvas fabric) by means of which wind is used to propel a sailing vessel
- synonym:
- sail ,
- canvas ,
- canvass ,
- sheet
1. Een groot stuk stof ( meestal canvas stof ) waarmee wind wordt gebruikt om een zeilschip voort te stuwen
- synoniem:
- zeil ,
- canvas ,
- canvass ,
- blad
2. An ocean trip taken for pleasure
- synonym:
- cruise ,
- sail
2. Een oceaantrip gemaakt voor plezier
- synoniem:
- cruise ,
- zeil
3. Any structure that resembles a sail
- synonym:
- sail
3. Elke structuur die lijkt op een zeil
- synoniem:
- zeil
verb
1. Traverse or travel on (a body of water)
- "We sailed the atlantic"
- "He sailed the pacific all alone"
- synonym:
- sail
1. Doorkruisen of reizen op ( een waterlichaam )
- "We zeilden de atlantische oceaan"
- "Hij zeilde helemaal alleen over de stille oceaan"
- synoniem:
- zeil
2. Move with sweeping, effortless, gliding motions
- "The diva swept into the room"
- "Shreds of paper sailed through the air"
- "The searchlights swept across the sky"
- synonym:
- sweep ,
- sail
2. Beweeg met vegende, moeiteloze, glijdende bewegingen
- "De diva vloog de kamer binnen"
- "Delen papier zeilden door de lucht"
- "De zoeklichten vielen door de lucht"
- synoniem:
- vegen ,
- zeil
3. Travel on water propelled by wind
- "I love sailing, especially on the open sea"
- "The ship sails on"
- synonym:
- sail
3. Reizen op door wind aangedreven water
- "Ik hou van zeilen, vooral op open zee"
- "Het schip vaart verder"
- synoniem:
- zeil
4. Travel on water propelled by wind or by other means
- "The qe2 will sail to southampton tomorrow"
- synonym:
- voyage ,
- sail ,
- navigate
4. Reizen op door de wind aangedreven water of op een andere manier
- "De qe2 vaart morgen naar southampton"
- synoniem:
- reis ,
- zeil ,
- navigeren