Translation meaning & definition of the word "sag" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zak" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Sag
[Sag]/sæg/
noun
1. A shape that sags
- "There was a sag in the chair seat"
- synonym:
- sag ,
- droop
1. Een vorm die verzakt
- "Er zat een doorzakking in de stoel"
- synoniem:
- doorzakken ,
- hangen
verb
1. Droop, sink, or settle from or as if from pressure or loss of tautness
- synonym:
- sag ,
- droop ,
- swag ,
- flag
1. Hangen, zinken of bezinken van of als gevolg van druk of verlies van strakheid
- synoniem:
- doorzakken ,
- hangen ,
- swag ,
- vlag
2. Cause to sag
- "The children sagged their bottoms down even more comfortably"
- synonym:
- sag ,
- sag down
2. Oorzaak verzakken
- "De kinderen hebben hun billen nog comfortabeler neergehakt"
- synoniem:
- doorzakken ,
- zakken