Translation meaning & definition of the word "rushed" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gerasterd" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Rushed
[Haastte]/rəʃt/
adjective
1. Done under pressure
- "A rush job"
- synonym:
- rush(a) ,
- rushed
1. Gedaan onder druk
- "Een spoedklus"
- synoniem:
- rush ( a ) ,
- haastte zich
Examples of using
They rushed the bill through.
Ze hebben de rekening doorgenomen.
They rushed through their work.
Ze haastten zich door hun werk.
Tom rushed out onto the road without looking both ways.
Tom snelde de weg op zonder beide kanten op te kijken.