Translation meaning & definition of the word "rosewood" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "rosewood" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Rosewood
[Rosewood]/roʊzwʊd/
noun
1. Hard dark reddish wood of a rosewood tree having a strongly marked grain
- Used in cabinetwork
- synonym:
- rosewood
1. Hard donker roodachtig hout van een palissander met een sterk gemarkeerde nerf
- Gebruikt in kastwerk
- synoniem:
- palissander
2. Any of those hardwood trees of the genus dalbergia that yield rosewood--valuable cabinet woods of a dark red or purplish color streaked and variegated with black
- synonym:
- rosewood ,
- rosewood tree
2. Een van die hardhoutbomen van het geslacht dalbergia die rozenhout opleveren - waardevolle kastbossen met een donkerrode of paarsachtige kleur, gestreept en bont met zwart
- synoniem:
- palissander ,
- palissander boom