Translation meaning & definition of the word "room" into Dutch language

noun

1. An area within a building enclosed by walls and floor and ceiling

• "The rooms were very small but they had a nice view"

synonym:
• room

1. Een ruimte binnen een gebouw omsloten door muren en vloer en plafond

• "De kamers waren erg klein maar ze hadden een mooi uitzicht"

synoniem:
• kamer

2. Space for movement

• "Room to pass"

• "Make way for"

• "Hardly enough elbow room to turn around"

synonym:
• room
,
• way
,
• elbow room

2. Bewegingsruimte

• "Kamer om te passeren"

• "Maak plaats voor"

• "Nauwelijks genoeg elleboogruimte om te draaien"

synoniem:
• kamer
,
• weg
,
• elleboog kamer

3. Opportunity for

• "Room for improvement"

synonym:
• room

3. Kans voor

• "Ruimte voor verbetering"

synoniem:
• kamer

4. The people who are present in a room

• "The whole room was cheering"

synonym:
• room

4. De mensen die in een kamer aanwezig zijn

• "De hele kamer juichte"

synoniem:
• kamer

verb

1. Live and take one's meals at or in

• "She rooms in an old boarding house"

synonym:
• board
,
• room

1. Leef en neem uw maaltijden in of in

• "Ze kamers in een oud pension"

synoniem:
• bestuur
,
• kamer

Examples of using

Tom walked into the room.

Tom liep de kamer binnen.

There's nobody else in the room.

Er is niemand anders in de kamer.

The men's room is on the right, and the women's is on the left.

Het herentoilet bevindt zich aan de rechterkant en de dames aan de linkerkant.

After a long search, we found a satisfactory room.

Na lang zoeken vonden we een bevredigende kamer.

Is there room for one more?

Is er nog plaats voor nog één?

They have a round table in the living room.

Ze hebben een ronde tafel in de woonkamer.

What do they charge for room and board?

Wat vragen ze voor kost en inwoning?

Where can I rent a furnished room?

Waar kan ik een gemeubileerde kamer huren?

Let's go into the other room.

Laten we naar de andere kamer gaan.

The boys' room is on the right, and the girls' room is on the left.

De jongenskamer bevindt zich aan de rechterkant en de meisjeskamer bevindt zich aan de linkerkant.

Tom walked into the room with an armful of laundry.

Tom liep de kamer binnen met een armvol wasgoed.

Tom walked into the conference room.

Tom liep de vergaderruimte binnen.

Tom said something in French and then left the room.

Tom zei iets in het Frans en verliet toen de kamer.

Tom complained that the room was too hot.

Tom klaagde dat de kamer te heet was.

Tom and Mary finished their meal and then went into the living room to watch TV.

Tom en Mary waren klaar met eten en gingen toen de woonkamer in om tv te kijken.

We can paint your room any color you want.

We kunnen uw kamer elke gewenste kleur schilderen.

The policeman escorted Tom out of the room.

De politieman begeleidde Tom de kamer uit.

Enter the room.

Ga de kamer binnen.

I don't know exactly where I left my keys, but I think they're on the dining room table.

Ik weet niet precies waar ik mijn sleutels heb achtergelaten, maar ik denk dat ze op de eettafel zitten.

There is someone in this room.

Er is iemand in deze kamer.