Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "rig" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "rig" in Nederlandse taal

EnglishDutch

Rig

[Rig]
/rɪg/

noun

1. Gear (including necessary machinery) for a particular enterprise

    synonym:
  • rig

1. Vistuig ( inclusief benodigde machines ) voor een bepaalde onderneming

    synoniem:
  • tuig

2. A truck consisting of a tractor and trailer together

    synonym:
  • trailer truck
  • ,
  • tractor trailer
  • ,
  • trucking rig
  • ,
  • rig
  • ,
  • articulated lorry
  • ,
  • semi

2. Een vrachtwagen bestaande uit een tractor en aanhanger samen

    synoniem:
  • aanhangwagen
  • ,
  • trekker
  • ,
  • vrachtwagentuigage
  • ,
  • tuig
  • ,
  • gelede vrachtwagen
  • ,
  • semi

3. Formation of masts, spars, sails, etc., on a vessel

    synonym:
  • rig
  • ,
  • rigging

3. Vorming van masten, sparren, zeilen, enz. op een schip

    synoniem:
  • tuig
  • ,
  • tuigage

4. A set of clothing (with accessories)

  • "His getup was exceedingly elegant"
    synonym:
  • outfit
  • ,
  • getup
  • ,
  • rig
  • ,
  • turnout

4. Een kledingset ( met accessoires )

  • "Zijn getup was buitengewoon elegant"
    synoniem:
  • outfit
  • ,
  • opstaan
  • ,
  • tuig
  • ,
  • opkomst

5. Gear used in fishing

    synonym:
  • fishing gear
  • ,
  • tackle
  • ,
  • fishing tackle
  • ,
  • fishing rig
  • ,
  • rig

5. Vistuig gebruikt bij het vissen

    synoniem:
  • vistuig
  • ,
  • aanpakken
  • ,
  • visuitrusting
  • ,
  • tuig

6. A vehicle with wheels drawn by one or more horses

    synonym:
  • carriage
  • ,
  • equipage
  • ,
  • rig

6. Een voertuig met wielen getrokken door een of meer paarden

    synoniem:
  • vervoer
  • ,
  • uitrusting
  • ,
  • tuig

7. The act of swindling by some fraudulent scheme

  • "That book is a fraud"
    synonym:
  • swindle
  • ,
  • cheat
  • ,
  • rig

7. Oplichting door een frauduleuze regeling

  • "Dat boek is een fraude"
    synoniem:
  • oplichting
  • ,
  • bedriegen
  • ,
  • tuig

verb

1. Arrange the outcome of by means of deceit

  • "Rig an election"
    synonym:
  • rig
  • ,
  • set up

1. De uitkomst regelen door middel van bedrog

  • "Rig een verkiezing"
    synoniem:
  • tuig
  • ,
  • opzetten

2. Manipulate in a fraudulent manner

  • "Rig prices"
    synonym:
  • rig
  • ,
  • manipulate

2. Manipuleer op frauduleuze wijze

  • "Rig prijzen"
    synoniem:
  • tuig
  • ,
  • manipuleren

3. Connect or secure to

  • "They rigged the bomb to the ignition"
    synonym:
  • rig

3. Verbinden of beveiligen

  • "Ze hebben de bom tot het contact opgetuigd"
    synoniem:
  • tuig

4. Equip with sails or masts

  • "Rig a ship"
    synonym:
  • rig
  • ,
  • set
  • ,
  • set up

4. Uitrusten met zeilen of masten

  • "Strik een schip"
    synoniem:
  • tuig
  • ,
  • set
  • ,
  • opzetten