You can find him at the rifle range.
Je kunt hem vinden op de schietbaan.
The kick of the rifle can break your shoulder.
De trap van het geweer kan je schouder breken.
Clean the barrel of this rifle.
Maak de loop van dit geweer schoon.
Tom owns a hunting rifle.
Tom bezit een jachtgeweer.
When I said that I had killed a panther with nothing but a knife, this means that I did not have any dogs with me and that I did not use a rifle.
Toen ik zei dat ik een panter had gedood met niets anders dan een mes, betekent dit dat ik geen honden bij me had en dat ik geen geweer gebruikte.
Kill that bear with a rifle.
Dood die beer met een geweer.
Have you ever shot a rifle?
Heb je ooit een geweer geschoten?
Tom asked Mary if she knew where he could buy an assault rifle.
Tom vroeg Mary of ze wist waar hij een aanvalsgeweer kon kopen.
He carried a rifle on his shoulder.
Hij droeg een geweer op zijn schouder.
He equipped himself with a rifle.
Hij rustte zichzelf uit met een geweer.
He always walks with a rifle.
Hij loopt altijd met een geweer.
Kill that bear with a rifle.
Dood die beer met een geweer.
Kill that bear with a rifle.
Dood die beer met een geweer.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.