Translation meaning & definition of the word "rifle" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "geweer" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Rifle
[Geweer]/raɪfəl/
noun
1. A shoulder firearm with a long barrel and a rifled bore
- "He lifted the rifle to his shoulder and fired"
- synonym:
- rifle
1. Een schoudervuurwapen met een lange loop en een getrokken boring
- "Hij tilde het geweer op zijn schouder en vuurde"
- synoniem:
- geweer
verb
1. Steal goods
- Take as spoils
- "During the earthquake people looted the stores that were deserted by their owners"
- synonym:
- plunder ,
- despoil ,
- loot ,
- reave ,
- strip ,
- rifle ,
- ransack ,
- pillage ,
- foray
1. Goederen stelen
- Neem als buit
- "Tijdens de aardbeving plunderden mensen de winkels die door hun eigenaren waren verlaten"
- synoniem:
- plunderen ,
- despoil ,
- buit ,
- terug ,
- strip ,
- geweer ,
- losgeld ,
- plundering ,
- voor een
2. Go through in search of something
- Search through someone's belongings in an unauthorized way
- "Who rifled through my desk drawers?"
- synonym:
- rifle ,
- go
2. Doorgaan op zoek naar iets
- Zoek op een ongeoorloofde manier door iemands bezittingen
- "Wie schoot er door mijn bureauladen?"
- synoniem:
- geweer ,
- gaan
Examples of using
You can find him at the rifle range.
Je kunt hem vinden op het schietbereik.
The kick of the rifle can break your shoulder.
De trap van het geweer kan je schouder breken.
Clean the barrel of this rifle.
Maak de loop van dit geweer schoon.