Translation meaning & definition of the word "respectively" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "respectievelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Respectively
[Respectief]/rɪspɛktɪvli/
adverb
1. In the order given
- "The brothers were called felix and max, respectively"
- synonym:
- respectively ,
- severally
1. In de gegeven volgorde
- "De broers heetten respectievelijk felix en max"
- synoniem:
- respectievelijk ,
- afzonderlijk
Examples of using
Laura and Sarah are sisters of twelve and eight years respectively.
Laura en Sarah zijn zussen van respectievelijk twaalf en acht jaar.
He and he love her and her, respectively.
Hij en hij houden respectievelijk van haar en haar.