Examples of using
There was nothing left in the refrigerator.
Er zat niets meer in de koelkast.
I'd like to buy a refrigerator.
Ik wil graag een koelkast kopen.
Get an egg from the refrigerator.
Haal een ei uit de koelkast.
I cannot repair this refrigerator.
Ik kan deze koelkast niet repareren.
Tom is fixing the refrigerator.
Tom repareert de koelkast.
Tom opened the refrigerator.
Tom opende de koelkast.
Put the eggs in the refrigerator.
Leg de eieren in de koelkast.
Refer to the instructions to fix the refrigerator.
Raadpleeg de instructies om de koelkast te bevestigen.
Opening the refrigerator, I noticed the meat had spoiled.
Toen ik de koelkast opende, merkte ik dat het vlees bedorven was.
Nothing remained in the refrigerator.
Er bleef niets in de koelkast achter.
Is there much food in the refrigerator?
Zit er veel eten in de koelkast?
A refrigerator keeps meat fresh.
Een koelkast houdt vlees vers.
It's been about two days since I put the body in the refrigerator.
Het is ongeveer twee dagen geleden dat ik het lichaam in de koelkast heb gestopt.
Is there any butter in the refrigerator?
Zit er boter in de koelkast?
Our refrigerator isn't working.
Onze koelkast werkt niet.
Put the meat in the refrigerator, or it will rot.
Leg het vlees in de koelkast, anders rot het.
I want to buy a large sized refrigerator.
Ik wil een grote koelkast kopen.
I drank some of the milk and kept the rest in the refrigerator.
Ik dronk wat melk en bewaarde de rest in de koelkast.
My refrigerator is out of order.
Mijn koelkast is defect.
Our refrigerator is out of order.
Onze koelkast is defect.
