Translation meaning & definition of the word "recoup" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "herstellen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Recoup
[Ontkoppelen]/rɪkup/
verb
1. Reimburse or compensate (someone), as for a loss
- synonym:
- recoup ,
- reimburse
1. ( iemand ) vergoeden of vergoeden, wat betreft verlies
- synoniem:
- terugverdienen ,
- vergoeden
2. Regain or make up for
- "Recuperate one's losses"
- synonym:
- recover ,
- recoup ,
- recuperate
2. Herwinnen of goedmaken
- "Herstel iemands verliezen"
- synoniem:
- herstellen ,
- terugverdienen ,
- recupereren
3. Retain and refrain from disbursing
- Of payments
- "My employer is withholding taxes"
- synonym:
- withhold ,
- deduct ,
- recoup
3. Behouden en afzien van uitbetaling
- Van betalingen
- "Mijn werkgever houdt belasting in"
- synoniem:
- onthouden ,
- aftrekken ,
- terugverdienen