Translation meaning & definition of the word "record" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "record" in de Nederlandse taal
Record
[Record]noun
1. Anything (such as a document or a phonograph record or a photograph) providing permanent evidence of or information about past events
- "The film provided a valuable record of stage techniques"
- synonym:
- record
1. Alles ( zoals een document of een fonograafrecord of een foto ) die permanent bewijs levert van of informatie geeft over gebeurtenissen in het verleden
- "De film leverde een waardevol overzicht van podiumtechnieken"
- synoniem:
- record
2. Sound recording consisting of a disk with a continuous groove
- Used to reproduce music by rotating while a phonograph needle tracks in the groove
- synonym:
- phonograph record ,
- phonograph recording ,
- record ,
- disk ,
- disc ,
- platter
2. Geluidsopname bestaande uit een schijf met continue groef
- Gebruikt om muziek te reproduceren door te draaien terwijl een fonograafnaald in de groef volgt
- synoniem:
- fonograaf record ,
- fonograaf opname ,
- record ,
- schijf ,
- platter
3. The number of wins versus losses and ties a team has had
- "At 9-0 they have the best record in their league"
- synonym:
- record
3. Het aantal overwinningen versus verliezen en banden dat een team heeft gehad
- "Met 9-0 hebben ze het beste record in hun competitie"
- synoniem:
- record
4. The sum of recognized accomplishments
- "The lawyer has a good record"
- "The track record shows that he will be a good president"
- synonym:
- record ,
- track record
4. De som van erkende prestaties
- "De advocaat heeft een goede staat van dienst"
- "Uit het trackrecord blijkt dat hij een goede president zal zijn"
- synoniem:
- record ,
- track record
5. A compilation of the known facts regarding something or someone
- "Al smith used to say, `let's look at the record'"
- "His name is in all the record books"
- synonym:
- record ,
- record book ,
- book
5. Een compilatie van de bekende feiten met betrekking tot iets of iemand
- "Al smith zei altijd:' laten we naar de plaat kijken'"
- "Zijn naam staat in alle recordboeken"
- synoniem:
- record ,
- record boek ,
- boek
6. An extreme attainment
- The best (or worst) performance ever attested (as in a sport)
- "He tied the olympic record"
- "Coffee production last year broke all previous records"
- "Chicago set the homicide record"
- synonym:
- record
6. Een extreme prestatie
- De beste ( of slechtste ) prestaties ooit bevestigd ( zoals in een sport )
- "Hij evenaarde het olympische record"
- "Koffieproductie vorig jaar brak alle eerdere records"
- "Chicago heeft het moordrecord gevestigd"
- synoniem:
- record
7. A document that can serve as legal evidence of a transaction
- "They could find no record of the purchase"
- synonym:
- record
7. Een document dat kan dienen als juridisch bewijs van een transactie
- "Ze konden de aankoop niet vinden"
- synoniem:
- record
8. A list of crimes for which an accused person has been previously convicted
- "He ruled that the criminal record of the defendant could not be disclosed to the court"
- "The prostitute had a record a mile long"
- synonym:
- criminal record ,
- record
8. Een lijst met misdaden waarvoor een beklaagde eerder is veroordeeld
- "Hij oordeelde dat het strafregister van de verdachte niet aan de rechtbank kon worden bekendgemaakt"
- "De prostituee had een record van anderhalve kilometer lang"
- synoniem:
- strafblad ,
- record
verb
1. Make a record of
- Set down in permanent form
- synonym:
- record ,
- enter ,
- put down
1. Maak een record van
- Vastgelegd in permanente vorm
- synoniem:
- record ,
- invoeren ,
- neergezet
2. Register electronically
- "They recorded her singing"
- synonym:
- record ,
- tape
2. Elektronisch registreren
- "Ze namen haar zang op"
- synoniem:
- record ,
- tape
3. Indicate a certain reading
- Of gauges and instruments
- "The thermometer showed thirteen degrees below zero"
- "The gauge read `empty'"
- synonym:
- read ,
- register ,
- show ,
- record
3. Geef een bepaalde lezing aan
- Van meters en instrumenten
- "De thermometer vertoonde dertien graden onder nul"
- "De meter leest' leeg'"
- synoniem:
- lezen ,
- registreren ,
- show ,
- record
4. Be aware of
- "Did you register any change when i pressed the button?"
- synonym:
- record ,
- register
4. Bewust zijn
- "Heb je wijzigingen geregistreerd toen ik op de knop drukte?"
- synoniem:
- record ,
- registreren
5. Be or provide a memorial to a person or an event
- "This sculpture commemorates the victims of the concentration camps"
- "We memorialized the dead"
- synonym:
- commemorate ,
- memorialize ,
- memorialise ,
- immortalize ,
- immortalise ,
- record
5. Een gedenkteken zijn of geven aan een persoon of een evenement
- "Dit beeld herdenkt de slachtoffers van de concentratiekampen"
- "We hebben de doden herdacht"
- synoniem:
- herdenken ,
- vereeuwigen ,
- record