Translation meaning & definition of the word "reassured" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gerustgesteld" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Reassured
[Gerustgesteld]/riəʃʊrd/
adjective
1. Having confidence restored
- Freed from anxiety
- "Reassured by her praise he pressed on"
- synonym:
- reassured
1. Het vertrouwen hersteld
- Bevrijd van angst
- "Gerustgesteld door haar lof die hij opdrong"
- synoniem:
- gerustgesteld
Examples of using
The doctor reassured me about my father's condition.
De dokter stelde me gerust over de toestand van mijn vader.
The bank reassured us that our money was safe.
De bank verzekerde ons dat ons geld veilig was.