Translation meaning & definition of the word "reader" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "lezer" in Nederlandse taal
Reader
[Lezer]noun
1. A person who enjoys reading
- synonym:
- reader
1. Een persoon die graag leest
- synoniem:
- lezer
2. Someone who contracts to receive and pay for a service or a certain number of issues of a publication
- synonym:
- subscriber ,
- reader
2. Iemand die een contract heeft gesloten voor het ontvangen en betalen van een dienst of een bepaald aantal uitgaven van een publicatie
- synoniem:
- abonnee ,
- lezer
3. A person who can read
- A literate person
- synonym:
- reader
3. Een persoon die kan lezen
- Een geletterd persoon
- synoniem:
- lezer
4. Someone who reads manuscripts and judges their suitability for publication
- synonym:
- reviewer ,
- referee ,
- reader
4. Iemand die manuscripten leest en hun geschiktheid voor publicatie beoordeelt
- synoniem:
- recensent ,
- scheidsrechter ,
- lezer
5. Someone who reads proof in order to find errors and mark corrections
- synonym:
- proofreader ,
- reader
5. Iemand die bewijs leest om fouten te vinden en correcties te markeren
- synoniem:
- proeflezer ,
- lezer
6. Someone who reads the lessons in a church service
- Someone ordained in a minor order of the roman catholic church
- synonym:
- lector ,
- reader
6. Iemand die de lessen leest in een kerkdienst
- Iemand geordend in een kleine orde van de rooms-katholieke kerk
- synoniem:
- lector ,
- lezer
7. A public lecturer at certain universities
- synonym:
- lector ,
- lecturer ,
- reader
7. Een openbare docent aan bepaalde universiteiten
- synoniem:
- lector ,
- docent ,
- lezer
8. One of a series of texts for students learning to read
- synonym:
- reader
8. Een van een reeks teksten voor studenten die leren lezen
- synoniem:
- lezer