Translation meaning & definition of the word "ranch" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "ranch" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Ranch
[Ranch]/rænʧ/
noun
1. Farm consisting of a large tract of land along with facilities needed to raise livestock (especially cattle)
- synonym:
- ranch ,
- spread ,
- cattle ranch ,
- cattle farm
1. Boerderij bestaande uit een groot stuk land en voorzieningen die nodig zijn om vee te houden ( vooral vee )
- synoniem:
- ranch ,
- verspreid ,
- veeboerderij ,
- vee boerderij
verb
1. Manage or run a ranch
- "Her husband is ranching in arizona"
- synonym:
- ranch
1. Een ranch beheren of runnen
- "Haar man rancheert in arizona"
- synoniem:
- ranch
Examples of using
My father has a ranch and breeds cattle and horses.
Mijn vader heeft een ranch en fokt vee en paarden.