Translation meaning & definition of the word "rainbow" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "regenboog" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Rainbow
[Regenboog]/renboʊ/
noun
1. An arc of colored light in the sky caused by refraction of the sun's rays by rain
- synonym:
- rainbow
1. Een boog van gekleurd licht aan de hemel veroorzaakt door breking van de zonnestralen door regen
- synoniem:
- regenboog
2. An illusory hope
- "Chasing rainbows"
- synonym:
- rainbow
2. Een illusoire hoop
- "Achtervolgende regenbogen"
- synoniem:
- regenboog
Examples of using
Sun and rain, rainbow.
Zon en regen, regenboog.
A rainbow consists of red, orange, yellow, green, blue, indigo and violet.
Een regenboog bestaat uit rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
A rainbow is a natural phenomenon.
Een regenboog is een natuurlijk fenomeen.