Translation meaning & definition of the word "radar" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "radar" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Radar
[Radar]/redɑr/
noun
1. Measuring instrument in which the echo of a pulse of microwave radiation is used to detect and locate distant objects
- synonym:
- radar ,
- microwave radar ,
- radio detection and ranging ,
- radiolocation
1. Meetinstrument waarin de echo van een puls van microgolfstraling wordt gebruikt om verre objecten te detecteren en te lokaliseren
- synoniem:
- radar ,
- microgolfradar ,
- radiodetectie en bereik ,
- radiolocatie
Examples of using
The boat was equipped with radar.
De boot was uitgerust met radar.