Translation meaning & definition of the word "rabbit" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "konijn" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Rabbit
[Konijn]/ræbət/
noun
1. Any of various burrowing animals of the family leporidae having long ears and short tails
- Some domesticated and raised for pets or food
- synonym:
- rabbit ,
- coney ,
- cony
1. Elk van de verschillende gravende dieren van de familie leporidae met lange oren en korte staarten
- Sommige gedomesticeerd en opgevoed voor huisdieren of voedsel
- synoniem:
- konijn ,
- kegel ,
- cony
2. The fur of a rabbit
- synonym:
- lapin ,
- rabbit
2. De vacht van een konijn
- synoniem:
- lapin ,
- konijn
3. Flesh of any of various rabbits or hares (wild or domesticated) eaten as food
- synonym:
- rabbit ,
- hare
3. Vlees van een van de verschillende konijnen of hazen ( wild of gedomesticeerd ) gegeten als voedsel
- synoniem:
- konijn ,
- haas
verb
1. Hunt rabbits
- synonym:
- rabbit
1. Jacht konijnen
- synoniem:
- konijn
Examples of using
Carrots are good for the eyes. Have you ever seen a rabbit with glasses on?
Wortelen zijn goed voor de ogen. Heb je ooit een konijn met een bril gezien?
Even if a hedgehog, a mole, an otter, a rabbit or an opossum look like a rodent, they aren't.
Zelfs als een egel, een mol, een otter, een konijn of een opossum op een knaagdier lijken, zijn ze dat niet.
Look, there's a rabbit!
Kijk, er is een konijn!