Translation meaning & definition of the word "pumpkin" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "pompoen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pumpkin
[Pompoen]/pəmpkɪn/
noun
1. A coarse vine widely cultivated for its large pulpy round orange fruit with firm orange skin and numerous seeds
- Subspecies of cucurbita pepo include the summer squashes and a few autumn squashes
- synonym:
- pumpkin ,
- pumpkin vine ,
- autumn pumpkin ,
- Cucurbita pepo
1. Een grove wijnstok die op grote schaal wordt gekweekt vanwege zijn grote pulpachtige ronde sinaasappelvruchten met een stevige sinaasappelschil en talrijke zaden
- Ondersoorten van cucurbita pepo zijn de zomerpompoenen en een paar herfstpompoenen
- synoniem:
- pompoen ,
- pompoen wijnstok ,
- herfst pompoen ,
- Cucurbita pepo
2. Usually large pulpy deep-yellow round fruit of the squash family maturing in late summer or early autumn
- synonym:
- pumpkin
2. Meestal grote pulpachtige diepgele ronde vruchten van de squashfamilie die rijpt in de nazomer of het vroege najaar
- synoniem:
- pompoen
Examples of using
Tom's pumpkin was the winner!
Tom's pompoen was de winnaar!
Tom doesn't know if Mary likes pumpkin pie or not.
Tom weet niet of Mary van pompoentaart houdt of niet.
What a big pumpkin!
Wat een grote pompoen!