Translation meaning & definition of the word "pub" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "pub" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pub
[Kroeg]/pəb/
noun
1. Tavern consisting of a building with a bar and public rooms
- Often provides light meals
- synonym:
- public house ,
- pub ,
- saloon ,
- pothouse ,
- gin mill ,
- taphouse
1. Taverne bestaande uit een gebouw met een bar en openbare ruimtes
- Biedt vaak lichte maaltijden
- synoniem:
- café ,
- pub ,
- salon ,
- kotsenhuis ,
- gin molen ,
- taphouse
Examples of using
Have you been to this pub before?
Ben je eerder in deze pub geweest?
I suspect they water down the beer in that pub.
Ik vermoed dat ze het bier in die kroeg afzwakken.
I got along so well with the guy sitting next to me at the pub that we ended up drinking together till dawn.
Ik kon zo goed met de man die naast me in de kroeg zat dat we tot het ochtendgloren samen dronken.