Translation meaning & definition of the word "proudly" into Dutch language

adverb

1. With pride

• In a proud manner

• "He walked proudly into town"

synonym:
• proudly

1. Met trots

• Op een trotse manier

• "Hij liep trots de stad in"

synoniem:
• trots

Examples of using

Flags of the world fly proudly at the United Nations headquarters.

Vlaggen van de wereld vliegen trots op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties.