Translation meaning & definition of the word "problem" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "probleem" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Problem
[Probleem]/prɑbləm/
noun
1. A state of difficulty that needs to be resolved
- "She and her husband are having problems"
- "It is always a job to contact him"
- "Urban problems such as traffic congestion and smog"
- synonym:
- problem ,
- job
1. Een moeilijkheidsgraad die moet worden opgelost
- "Zij en haar man hebben problemen"
- "Het is altijd een taak om contact met hem op te nemen"
- "Stedelijke problemen zoals verkeersopstoppingen en smog"
- synoniem:
- probleem ,
- baan
2. A question raised for consideration or solution
- "Our homework consisted of ten problems to solve"
- synonym:
- problem
2. Een vraag die ter overweging of oplossing wordt gesteld
- "Ons huiswerk bestond uit tien problemen om op te lossen"
- synoniem:
- probleem
3. A source of difficulty
- "One trouble after another delayed the job"
- "What's the problem?"
- synonym:
- trouble ,
- problem
3. Een bron van moeilijkheden
- "Het ene probleem na het andere vertraagde de baan"
- "Wat is het probleem?"
- synoniem:
- problemen ,
- probleem
Examples of using
Have you already decided how you're going to take care of this problem?
Heb je al besloten hoe je voor dit probleem gaat zorgen?
This problem is very simple.
Dit probleem is heel eenvoudig.
I didn't realize the importance of that problem.
Ik besefte het belang van dat probleem niet.