Translation meaning & definition of the word "privately" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "privé" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Privately
[Privé]/praɪvətli/
adverb
1. Kept private or confined to those intimately concerned
- "It was discussed privately between the two men"
- "Privately, she thought differently"
- "Some member of his own party hoped privately for his defeat"
- "He was questioned in private"
- synonym:
- privately ,
- in private ,
- in camera
1. Privé gehouden of beperkt tot de betrokkenen
- "Het werd privé besproken tussen de twee mannen"
- "Privé dacht ze anders"
- "Een lid van zijn eigen partij hoopte privé op zijn nederlaag"
- "Hij werd privé ondervraagd"
- synoniem:
- privé ,
- in camera
2. By a private person or interest
- "A privately financed campaign"
- synonym:
- privately
2. Door een particulier of belang
- "Een particulier gefinancierde campagne"
- synoniem:
- privé
Examples of using
Tom wanted to speak to Mary privately.
Tom wilde privé met Mary praten.
Do you want to speak privately?
Wil je privé spreken?
Do you want to speak privately?
Wil je privé spreken?