Translation meaning & definition of the word "prior" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "prior" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Prior
[Prior]/praɪər/
noun
1. The head of a religious order
- In an abbey the prior is next below the abbot
- synonym:
- prior
1. Het hoofd van een religieuze orde
- In een abdij staat de prior onder de abt
- synoniem:
- voorafgaand
adjective
1. Earlier in time
- synonym:
- anterior ,
- prior(a)
1. Eerder in de tijd
- synoniem:
- anterior ,
- eerder ( a )
Examples of using
He had an injection prior to the operation.
Hij had een injectie voorafgaand aan de operatie.